Nevers

Een warme dag in Nevers. De stadswandeling die we vandaag maken, gaat (uiteraard) langs een paar kerken. Als we dicht in de buurt van de kathedraal Saint-Cyr-et-Sainte-Julitte zijn, valt al op dat de gebrandschilderde ramen er van buitenaf anders uitzien dan we gewend zijn. Eenmaal binnen zien we dat met het overvloedige zonlicht van vandaag grote vlakken gekleurd licht vallen op de pilaren en de vloer. Alle ramen hebben een 20e eeuwse versie van gebrandschilderd glas, met overal grote kleurvlakken en soms abstracte voorstellingen. De kathedraal blijkt in W.O. 2 geraakt te zijn door een geallieerd bombardement, dat voor een andere locatie in de stad bedoeld was. Bij de wederopbouw heeft een groep kunstenaars opdracht gekregen nieuwe ramen te ontwerpen. Wij vinden het zeer geslaagd, de moderne ramen geven een eigen sfeer aan het middeleeuwse bouwwerk.
Vlakbij de kathedraal lopen we langs de kade van de Loire, met restanten van de stadsmuren. Het water stroomt hier snel, langs kleine watervalletjes. Ook nu kun je je nog voorstellen hoe moeilijk het voor pelgrims geweest moet zijn de oversteek te maken, zonder de brug die er nu ligt. Op de kleine eilandjes in de rivierwemelt het van de sterns en andere watervogels.
Na een siesta op het balkon van ons appartement lopen we de andere kant van de stad in, op weg naar het klooster waar Bernadette Soubirous de laatste jaren van haar leven doorbracht en sinds 1925 ligt opgebaard. Gelukkig geen al te toeristische toestanden hier, zoals in Lourdes, maar een stille kloostertuin met een kapel waar een serene sfeer hangt. De glazen kist met het bizar goed bewaard gebleven stoffelijk overschot staat opzij van het altaar. Niet centraal in de ruimte, maar het trekt natuurlijk wel alle aandacht.
De dag eindigt met een diner en een goed glas wijn op ons balkon.